Ik ben van 1950. Toen ik 11 jaar was, had ik een slaapkamertje naast de woonkeuken. Daar zaten mijn ouders en een oom en tante op een avond ernstig te praten. Er was al weleens over de Russen, de Amerikanen en bommen gepraat, maar dat was vrij vaag en ver weg voor mij. Nu hoorde ik Ć©Ć©n van hen die avond zeggen: “Zou de Rus de bom gooien?” Dat moet wel tijdens de Cubacrisis zijn geweest. Ik was heel bang. Ik hoorde wel vaker overdag en ’s avonds vliegtuigen over komen. Nu kwam er heel langzaam een vliegtuig aan, het geluid werd heel langzaamaan sterker en ik lag echt, letterlijk, te bibberen in mijn bed. Zou er een bom uit dat vliegtuig worden gegooid? Heel langzaam werd het geluid minder sterk en het was deze keer goed gegaan, geen bom gevallen! Zo kun je als kind irreĆ«le angst hebben, omdat je niet alles begrijpt en het ook niet durft te vragen; ik in elk geval niet!