Met een vader die als beroeps officier infanterie in opleiding ondergedoken in noord Groningen zat en daar mijn moeder leerde kennen, die na de oorlog vertrokken naar Indië om daar voor een bank te werken en opnieuw in een oorlog terecht kwamen en gedwongen waren naar Nederland terug te keren zet een stempel op het denken.
Als 20 jarige reserve officier artillerie geworden bij de 19e afdeling uitgerust met 8 inch gemechaniseerde stukken. Daarmee konden we nucleaire granaten verschieten die Nederland niet had. Het heeft me altijd verbaasd dat mijn mede dienstplichtige kanonniers bij conventioneel schieten zich normaal gedroegen maar zodra je op “schot” ging rende iedere kanonnier. Daarna ieder jaar herhalings oefeningen. De ontspanning tussen oost en west was direct te merken, er werden geen manschappen meer opgeroepen. Maar bij een inspectie van het opgeslagen materiaal in een mob complex voor jouw mobilisabele afdeling sta je dan plotseling naar je wapen en je gevechtsrantsoenen te kijken. Een beleving die ik nog steeds ervaar als een boek van Kafka. Maar je was volledig bereid te gaan ( met een grote kans te sneuvelen zoals een oudere beroeps officier je indringend verzekerde) als het zover was. Maar ja je wilde geen oostblok overheersing dat was je rotsvaste overtuiging.
Een paar dagen na mijn eindexamen
Begin juli 1954 moest ik me melden in Nijmegen. Ik dacht helikopterpiloot te worden. Daarom dacht ik de Koninklijke Luchtmacht zit op mij te wachten. Niet dus. Infanterie-opleiding rond Nijmegen, schuttersputjes graven, gamellen schoonmaken na de maaltijden in de...