Tijdens de Cubacrisis nam mijn vader mij mee naar de kelder onder onze flat. Wij woonden in die tijd in Voorburg. Iedere bewoner had er een fietsenberging annex kolenhok en vanuit elke box kon je door een raampje naar de tuin tussen de flats kijken. Eenmaal in de kelder liet mijn vader mij grote vierkanten blikken zien, waarin harde koeken zaten: die waren bestemd voor wanneer de oorlog zou uitbreken. Ook waren er kleine zandzakjes die hij voor het raampje kon leggen wanneer er bommen, of De Bom zouden vallen. Als jongen van zeven jaar is me dat altijd bijgebleven. De angst voor wat komen kon en – achteraf – de maatregelen die in de Tweede Wereldoorlog geholpen zouden hebben, maar bij een kernoorlog vrijwel geheel nutteloos zouden zijn.
“En dan werd het rolletje in beslag genomen”
De Defensiehaven door kinderogen Ik kan mij nog herinneren dat toen na de tweede wereld oorlog weer op de markt van Arnhem woonden, er geoefend werd met zoeklichten. Dan stonden er grote schijnwerpers op de markt opgesteld en die schenen dan de lucht in....