Van de 40 jaar die de Koude Oorlog heeft geduurd heb ik er ruim 30 in ’s Konings wapenrok beleefd, van 1958 tot het einde in 1989. Een van de kenmerken van die periode bestond uit de veelvuldige alarmering van staven en onderdelen om de paraatheid te testen, vaak gevolgd door oefeningen “op papier” en/of door “daadwerkelijk” te beoefenen maatregelen en activiteiten die onder gesimuleerde omstandigheden moesten worden uitgevoerd. In de loop van de jaren zestig is de NAVO overgegaan van “Massale Vergelding” op “Aangepast Antwoord”. Dat hield onder meer in dat strijdkrachten moesten kunnen overleven om dat antwoord te geven. De oefeningen omvatten dus veel meer gesimuleerde acties onder gesimuleerde oorlogsomstandigheden dan voordien. De NAVO hield Tactical Evaluations van de haar toegewezen eenheden (Survival To Operate was en is nog een van de aspecten).
Ongenaakbaar ?
In de jaren ’69 – ‘75 zijn mijn geoefendheid in gesimuleerde acties onder gesimuleerde oorlogsomstandigheden en mijn kennis van wat er dan moest gebeuren aanzienlijk toegenomen onder de “bezielende” knoet van Woeste Willem (van Gastel), Eerste Officier op de Vliegbasis Soesterberg. Het “Aangepaste Antwoord” eiste na de vechtpartijen in het Midden-Oosten zijn tol in de vorm van veel gewapend beton en een scala aan aanvullende maatregelen in het streven naar “survival to operate”.
32FIS (Fighter Interceptor Squadron) ruilde zijn F-102’s in voor F-4E’s, de eerste E’s in Europa, en werd 32TFS (Tactical Fighter Squadron). Deze elite-eenheid viel echter onder de Nederlandse Wing-ops (Wing Operations Center) van Soesterberg en deze basis was verantwoordelijk voor allerlei zaken, o.a. het dirigeren van 32TFS in de NAVO-bevelsstructuur, waarvan een Wing-ops een standaard onderdeel was, ook al was er eigenlijk geen Wing, die uit meer dan één Squadron zou hebben bestaan. Tijdens oefeningen moest Wing-ops dus worden bemand.
Er was in die tijd eens een z.g. Command Post Exercise in NAVO-verband waarbij 32TFS op papier werd ingezet. Wing-ops kon met een kleine bezetting volstaan, waarin de diverse sectoren een aandeel leverden, o.a. logistiek. Ik had de eer in een van de shifts te zijn ingedeeld en werd belast met o.a. het verwerken van gegevens, t.w.: gereedheid vliegtuigen, inzet, resultaat missie, verbruik wapens, munitie, brandstof, gereedstelling teruggekeerde toestellen, resterende voorraden, etc. Voor de F-4’s werd hiervoor informatie uitgewisseld met 32TFS (niet over wapens en munitie, naar ik meen).
Na enige tijd viel me op dat alle F-4’s altijd terugkeerden van elke missie, hoewel uit de oefen-aanwijzingen bleek dat er met een bepaald afbreuk-percentage moest worden gewerkt.
Het leukste zou natuurlijk zijn om dat op een zo realistisch mogelijke manier te doen. Uit onderzoeken die ik eerder eens had gedaan had ik nog een tabel bewaard waarmee d.m.v. “random numbers” de vliegtuigen konden worden aangewezen die niet van hun missie terugkeerden, zodanig dat over een redelijk aantal missies gemeten, het aangegeven afbreukpercentage werd benaderd. Dat gingen we toepassen en 32TFS begon dus verliezen te lijden.
Sommige Amerikanen bleken toen erg gevoelig te zijn voor vermeende aanslagen op het imago van hun “Wolfhounds”.
Ook voor indringers waren ze zeer beducht: toen ik, na telefonische afspraak, mij meldde bij de ingang van hun Restricted Area om mijn collega te spreken werd ik prompt tegen het hek gezet met armen en benen wijd en bewaakt door zwaar bewapende, grimmige lieden die eerst hun eigen baas consulteerden alvorens mijn aankomst werd doorgegeven aan de collega, die zelf naar het hek moest komen. Ik mocht er niet in.