Ik ben een koude oorlogskind (1942). Er waren 2 periodes te onderscheiden. De eerste periode, mijn militaire diensttijd, de tweede periode, mijn verzet tegen de wapenwetloop.
Gezien mijn gereformeerde achtergrond en de geest van die tijd was het rode gevaar alom aanwezig. Dat werd versterkt door de Hongaarse opstand in 1956. Ik kwam in maart 1962 onder de wapenen en volgde als dienstplichtige de onderofficiersopleiding in Ede. Tijdens de opleiding brak de Cubacrisis uit. Als dienstplichtig militair een geweldig spannende tijd. Toen nooit getwijfeld aan nut en noodzaak van de NATO en bereid alles te doen om de westerse waarden te verdedigen. Het geweer lag in bed. Later, nog tijdens mijn diensttijd. kwam de twijfel wel.
Ik ging zelfs lijden aan de hollanditis (de term van verzet) en werd actief in het IKV (interkerkelijk vredesberaad). Deed twee keer mee aan de demonstratie op 2e kerstdag in Darp tegen de opslag van kernkoppen daar. Was ook actief betrokken bij de grote demonstraties tegen de kruisraketten in Amsterdam in 1981 en Den Haag in 1983. De laatste demonstratie was voor mij een uitdaging want op die dag zouden er geen of minder treinen rijden wegens een staking bij NS. Ā Als kaderlid van deĀ vervoersbond FNV heb ik mij ingezet de staking een dag op te schorten. Wat gelukt is.