Geboren in 1962, ben ik een kind van de Koude Oorlog. Te jong voor de flower power, maar wel beïnvloed door de jaren 60 en 70. In 1981 verhuisde ik voor mijn studie Duitse Taal- en Letterkunde naar Groningen. Daar kwam ik in contact met de kraakbeweging. Ik droeg iconische buttons, zoals Atoomenergie – Nee bedankt, en ging protesteren tegen Kalkar. Vanzelfsprekend protesteerde ik in Amsterdam (1981) en Den Haag (1983), maar dat ging me niet ver genoeg. In Groningen hadden we een radicale, anarchistische groep die bezig was met het voorbereiden van een inbraak in de bunker van Veenhuizen om geheime documentatie van defensie in ons bezit te krijgen. Mijn twee broers en ik waren hier nauw bij betrokken. De operatie moest echter afgeblazen worden, omdat de BVD er lucht van gekregen had en een voorbereidende bijeenkomst op de anarchistische camping in Appelscha afgeluisterd had.
Ik heb die bijeenkomst in Appelscha gemist, omdat ik voor mijn studie Duits op dat moment – het is november 1983 – deelnam aan een drieweekse studiereis van het Goethe Institut, rond het thema Deutschland Ost und West. Een internationaal samengestelde groep studenten bezocht vanuit Göttingen het IJzeren Gordijn, inclusief een rondreis door de DDR. Een van de deelnemers was Erik de Graaf die me in 1987 kennis liet maken met het werk van de Oostduitse fotograaf, Harald Hauswald. Erik had de foto’s illegaal verkregen. Vanuit de studentenvereniging Grimm und Kluge in Groningen hebben we bij de USVA de fototentoonstelling ‘Oostberlijn. De andere kant van een stad’ georganiseerd.
Voor mij was de DDR bekend terrein. Als voorbereiding op mijn studie heb ik van 1981 tot 1983 deelgenomen aan zomerkampen van de Ökomenischer Jugenddienst, vanuit de protestantse kerken in Oost-Duitsland. Dit was een van de weinige plekken voor jongeren uit de DDR om in contact te komen met leeftijdsgenoten uit het kapitalistische buitenland. Voor mij was het een van de weinige mogelijkheden om achter het IJzeren Gordijn te kijken. De Oostduitse vredesbeweging Schwerter zu Pflugscharen is ontstaan vanuit de kerken. Veel van mijn Oostduitse vrienden waren nauw betrokken bij de vredesbeweging. Met enige regelmaat bezocht ik Berlijn, zowel Oost- als West-Berlijn.
Als ik terugkijk op de jaren 80, dan zie ik dat de Koude Oorlog een grote invloed op mij gehad heeft. Ik maakte deel uit van de protestgeneratie en stond op het randje van radicale actie. Het was een deprimerende en bedreigende tijd: No Future, No Nukes, de dreiging van een kernoorlog. Mijn studietijd heeft mij echter ook mijn grenzen doen verleggen door over het IJzeren Gordijn heen te gaan, de mensen en het systeem aldaar te leren kennen. Bovenal heb ik mezelf leren kennen. En ik heb Babs, mijn vrouw, leren kennen tijdens onze gemeenschappelijke studie Duits. Nu zo’n 40 jaar geleden. In alle opzichten hebben de jaren 80 mijn leven bepaald.