In de koude oorlog bevond ik mij in de winter van 1982 in een donkere kuil in de Noord Duitse laagvlakte mijn helm in mijn hand met daarin een paar gekookte aardappelen. Een kaarsje gaf nog enig licht zodat ik de binten net kon onderscheiden.
De majoor die ik net had afgezet bij het kamp na een hele dag inspecties van de troepen liep mij als een haas vooruit richting de fourage tent. Hij kaapte daar net de laatste restjes weg terwijl het de gouden regel is dat soldaten voor de officieren gevoed moeten worden. Ik zag de smeerlap het laatste lapje vlees en groenten eten.

Dat deze 11^e december ook net mijn verjaardag was maakte de stemming er niet beter op. In de kuil was het inmiddels minus 12 graden onder nul geworden.

Mijn actieve deelname aan de koude oorlog begon met het ontvangst van een zwarte baret tijdens mijn opleiding. Toen wist ik direct dat de rapen gaar waren. Die baret met zijn insigne van het 103^e pantser verkenningsbataljon was een ticket naar de barre uitgestrekte Noord Duitse laagvlakte waar legereenheden van verschillende nationaliteiten zich hebben verzameld om een ongekende invasiemacht te kunnen weerstaan.

De taak van ons bataljon bestond uit het vertragen van de Warschaupact troepen zodat er tijd gewonnen werd om de Yanks met al hun materieel en manschappen naar ons continent over te laten komen.

Als dienstplichtige gelegerd in Seedorf hadden wij als post tieners geen idee dat wij pionnen waren van een geo-politiek schaakspel. Het enige wat ons bezig hield was de jaloezie jegens burgers omdat wij dat in onze hoedanigheid niet konden zijn en gebukt gingen aan de eisen die ons onvrijwillig werden opgelegd.

Tussen de vele oefeningen door en onder de knoet van een ijzeren discipline waren de enige lichtpuntjes de disco bezoeken waar plattelandsdochters zich vergaapten aan de veel hippere Nederlandse stadsjongens.

Jaren later toen de militaire strategieën van het Warschaupact openbaar werden gemaakt, bleek dat bij een conflict de Noord Duitse laagvlakte direct met tactische kernwapens zou worden bestookt.
We hadden geen schijn van kans gehad.