“De volgende militaire eenheden moeten onmiddellijk opkomen voor de herhalingsoefening Donderslag 10”.
Het is donderdag 10 oktober 1979. Om 07:00 uur klinkt dit bericht op de radio en wordt regelmatig herhaald. Er volgt een lijst eenheden die mij niets zei. Ik was vijftien maanden afgezwaaid als dienstplichtig ‘tijdelijk reserve tweede-luitenant’ na een jaar te hebben gediend in 41-Tankbataljon ‘aan het front’ bij de Oost-Duitse grens in Bergen-Hohne. Tot welke eenheid ik ’nu’ behoorde was mij niet bekend…
‘Donderslag’ moest bij de NATO-top aantonen dat reserve-eenheden (in dit geval 1500 man) binnen 24 uur paraat konden zijn voor inzet aan het ‘oostfront’. V.w.b. het Nederlandse leger waren er in die tijd ‘ernstige’ twijfels gezien het ‘langharig tuig’ waaruit de reservisten zouden bestaan…
Onder het motto ‘het zal wel’ ging ik gewoontegetrouw naar mijn werk. Om 08:30 uur wordt er door mijn vrouw gebeld naar mijn kantoor. “Ik heb zojuist een aangetekend telegram ontvangen van een militaire motorordonnans: Je moet onmiddellijk opkomen voor een oefening; in uniform!”. Ik vertel dit aan mijn baas en hij zegt zonder blikken of blozen: “Wegwezen Willem, wegwezen!”.
Dus ik naar huis, spullen opzoeken, uniform aan en de rest in de bekende plunjebaal. Het telegram zou mij ‘vrij reizen’ bieden in het openbaar vervoer. Op weg naar de bus kwam ik langs een bouwplaats. De bouwvakkers scandeerden al ‘lachend / honend’: ”Donderslaggie…, Donderslaggie…!”. De buschauffeur knikte meteen en zei: “Ga maar zitten hoor, succes!”. Aangekomen bij station Zwolle zag ik enkele ‘burgers’ zeulen met een plunjebaal; blijkbaar geen officieren maar ook opgeroepen voor deze oefening.
Ik ging netjes in de rij staan voor de balie, wachtend tot ik aan de beurt was. “Goede morgen! Ik kan vrij reizen op vertoon van dit telegram”. Achter de balie zit een jong meisje. Ze zegt “Dat is mij niet bekend meneer!”. Plotseling wordt ik, met plunjebaal en al, aan de kant geduwd door een hele stevige / kordate Zwolse dame die achter mij stond. Ze begint in plat Zwols te ‘schreeuwen’ tegen het meisje: “Waarom weet je dat niet???”. “Waar is je baas, je baas NU!”. “Wat een schande! Dit zijn potverdorie onze jongens die ons land moeten verdedigen!”. Het meisje wordt lijkbleek. Even later verschijnt haar baas die excuses maakt: “Sorry, sorry, gaat u maar hoor!”. Ik bedank de vrouw die nog maar nauwelijks bedaard is en vertrek naar het mobiliteitscomplex.
Daar aangekomen blijk ik de eerste officier te zijn van mijn eenheid / peloton. Één soldaat / chauffeur is er ook al: Een bekende van mijn voormalige peloton in Duitsland zit nu wéér bij ‘mij’! Samen gaan we onze voertuigen, radio’s e.d. uit de ‘mottenballen’ ‘verzamelen’. De daar aanwezige ‘burgers’ zijn blij eindelijk hun zorgvuldig geconserveerde spullen een keer te kunnen uitreiken! Intussen komen meer ‘oude bekenden’ binnendruppelen; een soort reünie… Onze colonne voor vertrek richting Duitsland stond keurig op tijd op de juiste locatie gereed voor vertrek! Aangekomen op een nieuwe ‘tussenlocatie’ op de Veluwe werden ook wij uitgebreid geïnspecteerd door de NATO-top op daadwerkelijke inzetbaarheid. Na twee dagen de hele handel weer ingeleverd en terug in de burgermaatschappij!
Het geheel van Donderslag 10 verraste de NATO-top in positieve zin, ook door met name de opkomst van maar liefst 82%!