Uit het Dagboek van Kees Eulink
Dinsdag 21 september 1954
Na het ontbijt zijn sgt. Hoenderop en ik een wandeling wezen maken. Tegen elf uur waren we terug. Jo de Witte en ik zijn toen gaan wandelen. De andere jongens waren de was aan het doen. Iets wat een pracht gezicht opleverde.
Jo en ik gingen de heuvel af langs een trappengang die De Witte en Fridrichs gisteravond ontdekt hadden. Het was een prachtweg die we volgden, maar erg steil. Na een paar minuten lopen kregen we een kruispunt. Toevallig kozen we de mooiste weg. We kwamen op een andere heuvel terecht. We vonden een weg met sporen van legerwagens. Een stuk verder was er een staaldraad over de weg gespannen. Wij link uitkijken dat we de draad niet aanraakten voordat we hem onderzocht hadden. We konden vanaf die heuvel de hele omgeving overzien. We keken over Ibrück [= Bad Iburg, red.]. Daarna zijn we naar beneden gegaan. We vonden daar een snelstromend beekje waar ik 2 foto’s maakte. Daarna zijn we teruggegaan naar het kamp waar we gingen eten. Het hele werk hier is eten en wandelen.
Na het eten namen we het plan op een hoekige heuvel waarin een steengroeve was, te beklimmen. Deze heuvel was minstens 3 km van onze heuvel verwijderd en er lagen 3 andere heuvels tussen de onze en de te beklimmen heuvel in. We gingen om ± 3 uur op weg. We waren net op de eerste heuvel toen de 2e regenbui losbarstte. Bij de eerste bui waren we nog in het kamp. Er was net een schoolklas op bezoek die in onze tent kwam schuilen. Wij gingen gelijk met de klas op weg.
Nadat de bui begonnen was, zijn we in het dichte bos gaan schuilen. We kregen haast geen spatje. Na een kwartier zijn we verder gegaan. Na veel klimmen kwamen we aan de hoofdweg waar we over moesten. Direct over de weg was de steengroeve. Ik heb daar een foto gemaakt en toen zijn we de bedoelde heuvel opgegaan, soms met handen en voeten. Boven op de heuvel heb ik een foto gemaakt van ónze heuvel met de uitkijktoren die nog net te zien was. Daarna zijn we achter de heuvel langs afgedaald. Toen we aan de achterkant van de heuvel waren, waren we haast in Ösede. Even later daalden we af naar de straatweg die we overstaken en weer begonnen te beklimmen. We waren van plan tussen de heuvels door naar de onze te gaan, maar we zagen opeens vreemde militairen die ons ook in het snotje hadden. Wij stonden bovenop de heuvel en zij in het dal. Zij wilden ons achterna komen om krijgsgevangen te maken (wat toch niet kon), maar konden niet gemakkelijk de heuvel op komen en wij moesten afdalen, dus dat lukte hen niet. Ze gaven dan ook gauw op. Verder zijn we zonder ongemakken in het kamp aangekomen, het was toen 18.30 uur. Verder is er niet veel gebeurd die avond. We gingen om 22.15 uur naar bed.