Trots en treurnis Oost Berlijn

Geschreven door:

frits Prakke

Op weg naar mijn lezing in het Akademiegebouw liep ik langs een levensgroot portret van de Duits-Engelse atoomspion Klaus Fuchs. Deze telg uit een geslacht van Pruisische Junkers was nu de “Voortreffelijke Wetenschapper van het volk”.

De drie sprekers voor mij benutten het academisch gebruikelijke voorwoord voor een strakpruisische lofrede op de bijdragen van Genosse Lenin en Genosse Honecker aan het leerstuk der robotica. Dat werd gevolgd door het voorlezen van de meest boeiende paragrafen uit het recente vijfjarenplan. Absoluut zero over enige praktijkervaring met industriële computers in de DDR. Absoluut treurig. Ik beperkte me in mijn eigen voorwoord tot de gebruikelijke referenties aan Schumpeter, het belang van productiviteit en concurrentie. Mijn engels werd door Tony Wilson – in 1950 als Britse communist gekozen voor de DDR – zin voor zin vertaald naar mooi schoolduits met een licht cockney accent. Een vette knipoog van Tony was mijn beloning voor een grapje halverwege mijn lezing. Het grapje liet hij onvertaald. IBM, Computer Aided Manufacturing, en tenslotte robotica. Beleefd applaus! Althans dat typisch Pruisische geroffel met de knokkels op de tafels.

Een bezoek aan de DDR in 1982 was een bezoek aan het land van de officiële leugen. Nu kent iedere hoofdstad – of het nu Parijs is, of Washington DC, London of Den Haag – zijn eigen kleine leugentjes die kennelijk nodig zijn om politiek te overleven. In Oost-Berlijn was dit verschijnsel wel bijzonder alomvattend en schrijnend. Op de conferentie waar ik mocht spreken, werd zonder gêne geproclameerd dat de DDR in computertechnologie leidend was in de wereld. En dat de kameraden Lenin en Honecker persoonlijk hadden bijgedragen aan het leerstuk der robotica.

Bij een wandeling door Berlijn wees mijn gastheer mij bij herhaling en plichtsmatig op de gedenkplaten in brons aan gebouwen die in de oorlog getroffen waren geweest door Amerikaanse en Engelse bombardementen. Hebben de Russen dan in april 1945 Berlijn bevrijd zonder ook maar één gebouw te te raken? De gids mompelde bevestigend.

’s-Avonds vroeg ik aan de balie van het moderne Hotel Metropole of het hotel een kopieermachine had om enkele overhead sheets te maken van tabellen voor mijn lezing van de volgende dag. Jazeker, was het antwoord, die hebben we. Maar kopieermachines waren schaars in Berlijn, en misschien wel staatsgevaarlijk. Achteraf hoorde ik via via dat een loopjongen een lange tocht langs meerdere ministeries had moeten maken om de gevraagde sheets te laten maken.

Op de slotavond werd ik uitgenodigd voor een muzikale voorstelling. Cultuurstad Berlijn. Ik verheugde me op liederen van Kurt Weil of de Drei Groschen Oper, misschien wel in een moderne bewerking van de uit Amsterdam om culturele redenen naar de DDR verhuisde theatermaakster Cox Habbema. Maar het werd Fiddler on the Roof. Ach en wee. Jiddische ironie in een sovjetpruisisch keurslijf. Die arme Cox Habbema.

Wetenschap en technologie in de DDR verkeerden in 1982 in een bedroevende staat, te vergelijken met een langzaam leeglopende ballon. Economisch en technologisch had de DDR de slag gemist. De iconische Trabant was in 20 jaar verworden tot een stinkend relikwie op de straten van Oost-Berlijn.  De Akademie van Wetenschappen was er alles aan gelegen een positieve indruk te maken en eigen successen te etaleren. Dat leverde een reeks pijnlijke momenten op.

In het Akademiegebouw hing prominent het portret van de Duits-Engelse atoomspion Klaus Fuchs, uitgeroepen tot de “Voortreffelijke Wetenschapper van het Volk”. Voor mij een treurige spion. De volgende ochtend mocht ik op de koffie bij de meest vooraanstaande astrofysicus van de DDR in zijn dascha bij Potsdam. Dr. Muller was een anonieme universitair docent geweest tot in 1975 werd ontdekt dat hij vóór de oorlog had gecorrespondeerd met Albert Einstein over diens General Theory. Muller werd prompt benoemd tot held van de DDR wetenschap, en ontvanger van officiële gasten uit het buitenland. Zijn belangrijkste vraag aan mij was of ik niet ook een glaasje cognac bij de koffie wilde. En of ik het dan niet erg vond dat hij zichzelf nog een keer inschonk. Met grote verbazing zag ik hoe Dr Muller zo binnen een uur een hele fles cognac ledigde. Zijn bijdrage aan onze wetenschappelijke uitwisseling werd allengs minder en ik was opgelucht na een uur weer buiten te staan. En een beetje treurig.

In Potsdam kreeg ik een rondleiding door het huis dat Albert Einstein in 1934 had laten bouwen in de stijl van Bauhaus, met veel licht en glas. Ik was diep getroffen. Ook in de voordeur grote panelen van enkel glas. Deze voordeur bleek later niet bestand tegen de knokploegen van de Nazi’s. Hoe treurig kan de geschiedenis zijn?

Verhalen

Mijn jongenskamer ……

Een foto van mijn jongenskamertje. Het is door de tijd een wazig beeld geworden. Ik weet nog dat ik het maakte met mijn eerste fototoestel, een Agfa Clack, gekregen voor mijn vijftiende verjaardag in 1961. Ja ik ben van 1946. Dat fotootje illustreert de...

De Stingerbol

Ik ben als instructeur en opleidingsontwikkelaar van 1992 tot en met 1995 werkzaam geweest als in de Stingertrainer te Ede. In de stinger trainer werden schutters opgeleid van de Landmacht, Luchtmacht en Mariniers. De bol is van binnen voorzien van projectie...

Plotter bij de Korps Luchtwachtdienst

Tussen 1962 en 1964 ben ik, P.J.M (Nel) Winkelman opgegroeid in het oude noorden van Rotterdam, plotter geweest als reserve bij het luchtwachtcentrum in een grote bunker in Rotterdam. De korps Luchtwachtdienst (KLD) werd op 1 maart 1950 opgericht als onderdeel van...

Voor en achter het ijzeren gordijn

Geboren werd ik in 1958 in Oost-Duitsland, in Bautzen, als zoon van de Nederlander Hendrikus Pierre Sonneville, die in 1951 in de Korea Oorloog was en dan eind 1951 naar de SBZ (sovjet bezetting zone) in Oost-Duitsland deserteerde. Hier werkte hij voor de KGB en de...

Vervangende dienstplicht bij de BB

Als derde zoon van een gezin van vijf kinderen ben ik geboren in 1949. In die tijd moest iedere jongen in principe nog in militaire dienst. Maar omdat ik de derde zoon was, hoefde ik niet in actieve dienst, maar werd ik daarvan vrijgesteld. In plaats daarvan werd...

Een bijzondere ervaring met een glimlach

Ik behoor tot de lichting 72-2. Na een opleiding werd ik gelegerd op de Gen. Spoorkazerne in Ermelo. Ik was toen inmiddels dienstplichtig sergeant en ingedeeld bij de Intendance. Ook wij werden aangewezen om een week naar Havelte te gaan met als opdracht: het...

Les materieel herkenning

Tijdens mijn diensttijd (1990-1991) gaf ik lessen materieelherkenning aan het kader. Als modelbouwer had ik daar wel wat verstand van, en de sergeant-majoor vroeg me de lessen over te nemen toen hij weg was. Ik gaf twee lessen, en er zouden nog meer volgen. Maar...

BB ervaring van deelnemer

Toen ik (1954) klein was ging mijn vader 's avonds naar de BB. Dat was verplicht. Zijn spullen lagen voor het pakken op zolder. Ik vond dat natuurlijk heel interessant. Onlangs heb ik mijn vader (95 jaar) ernaar gevraagd. Hierbij twee verhalen. VERHAAL 1. We hadden...

Lieber Sylke

De Koude Oorlog, ik heb er eigenlijk maar een paar jaren bewust van meegemaakt. De makkelijke jaren zogezegd. Die van toenemende ONTspanning met als hoogtepunt de vereniging van West met Oost of Oost met West... Geboren in 1969 en dus midden in de Koude Oorlog was...

Stingerbol

Ik ben 3 jaar instructeur in de Stingerbol geweest en heb de opleiding verzorgd voor Stinger personeel van Landmacht; Luchtmacht en Korps mariniers. Zelf heb ik in 1994 een Life firing met een stinger op een schietbaan, op Kreta uitgevoerd.

Deel je eigen verhaal

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.

Auteur gegevens

Vul hieronder je contactgegevens in, zodat de afzender van dit verhaal juist is.
Wordt niet gepubliceerd
10 cijfers
Mijn auteursnaam mag

Schrijf je verhaal

Inhoud
Klik of sleep een bestand naar dit veld om te uploaden.
Dit mag een jpg, jpeg, png of gif bestand zijn van max. 1Mb.
Locatie bij dit verhaal
Selectievakjes