In juni 1961 was ik 1 jaar oud. Mijn vader, Evert Reydon, was toen al een aantal jaren werkzaam voor ‘de Dienst’. Zo werd in jargon de Nederlandse Inlichtingendienst genoemd.
Hij had zich ooit aangemeld omdat hij iets voor Nederland wilde betekenen na de tragedie van WO 2. Er was nu immers een nieuwe ‘vijand’ en hij hoopte dat hij een bijdrage zou kunnen leveren door informatie te verzamelen en zo Nederland en de rest van de wereld voor een derde wereldoorlog te behoeden.
Na een spoedcursus vertrok hij min of meer gedwongen samen met een ‘maatje’ als spion naar de Sovjet Unie. Maar na een paar weken gevolgd te zijn door de KGB, werden zij in OekraĆÆne gearresteerd. Zij kregen tijdens een langdurig proces 13 jaar gevangenisstraf tegen zich te horen. Na 2 jaar en een paar maanden werden ze vrijgelaten. Mede dankzij tussenkomst van onze toenmalige minister van BuZa, Joseph Luns. Er vond een spionnenruil plaats. Op 4 december 1963 waren zij weer thuis.
Voor mijn moeder en mij is door de overheid goed gezorgd die periode.