Regelmatig werd verteld hoe je bij een atoombomaanval je kon beschermen door je onder de keukentafel klein te maken of door onder de keldertrap te gaan liggen. Bediscussieerd werd dat de WC toch de veiligste plek was in het huis. Veel kennissen, familie en vriendjes emigreerden naar verre oorden omdat Nederland geen toekomst te bieden had en mogelijk een nieuwe bezetting stond te wachten. Ik vond die tijd overigens wel gezellig en avontuurlijk. Er waren nog veel artefacten uit de oorlogsperiode te vinden waar wij mee speelden. Er was nog erg veel natuurlijke ruimte zoals bossen en velden waar je uren in kon dwalen. Op de Brunssumse heide stonden nog twee Shermantanks als ware speeltuintoestellen.Ā Alle jongetjes en een enkel meisje speelden met speelgoedgeweren en nagelaten uitrustingsstukken soldaatje; geen van hen is later crimineel of oorlogsfanaat geworden.
In 1952 werd in Nederland de Bescherming Bevolking, kort genoemd, de BB opgericht naar Engels model met als doel om in tijden van nood, op grote schaal hulp te kunnen verlenen.Ā De BB was brandweer, reddingsdienst, ziekenhuis en hulp bij zogenaamde ABC oorlogvoering (atomaire, bacteriologische of chemische) ineen. In 1958 werd mijn vader als Hoofd van de Verbindings- en Verkenningsdienst van deze organisatie in Zuid-Limburg aangesteld. Daarvoor moest hij als oud-militair wederom de schoolbanken in en volgde een pak weg anderhalf jaar durende opleiding in Barneveld. Hij was daarvoor de hele week van huis en soms nog langer. Telkens waneer hij dan thuiskwam, bracht hij voor mij een prachtige āDinkyToysā- auto mee. Dit groeide uit tot een respectabele verzameling. Nog steeds koester ik deze verzameling als aandenken aan mijn jeugd. Omdat mijn vader goed te bereiken moest zijn, hadden wij als een van de eersten in het prachtige dorp Welten bij Heerlen, waar wij toen woonden, een telefoon. Mijn zus werkte toen als receptioniste in een Rotterdams hotel met een telex. Wij wisten als een van de eersten dat Kennedy was vermoord en dat Lee Harvey Oswald, de vermeende aanslagpleger, door Jack Ruby op zijn beurt was neergeschoten. Mijn vader reed vaker ās avonds naar een commandopost of naar een van de BB-bunkers in Zuid-Limburg. Een van die bunkers stond midden in percelen volkstuintjes op de ‘Heerlerbaan’ en zag er ogenschijnlijk uit als een klein bungalowtje. Het bos van antennes er bovenop deed echter eerder denken aan een Russisch spionageschip. Een surrealistisch beeld, met de volkstuintjes eromheen die in de late namiddagzon vredig werden geschoffeld en geharkt door de naaste bevolking. Diep beneden in dit bungalowtje was een wonderlijke wereld van radiotechniek en ruimten te ontdekken. Enkele bunkers waren bijvoorbeeld verstopt in de oude verdedigingswerken aan de rand van Maastricht. Mijn vader bezocht deze posten om BB-dienstplichtigen te instrueren of om vergaderingen bij te wonen. Wanneer hij ās avonds op pad moest, vond hij het soms aangenaam dat ik voor de gezelligheid met hem meeging. Ik zou daar rustig mijn huiswerk kunnen maken, terwijl hij aan het werk was. Ik heb menigmaal deze bezoeken die regelmatig eindigden voor een grote poort in een ā in mijn gedachten ā immens, grotendeels in de grond verscholen betonnen bouwwerk, meegemaakt. Ik heb er nimmer een letter huiswerk gemaakt; slechts de geur van (heerlijk ruikend) beton is mij bijgebleven. Na de poort te hebben geopend, , reed je met de auto tientallen meters in een kil labyrint om te stoppen in een hal zo groot als een kapel. In de zijgangen en zalen waren complete ziekenhuizen inclusief operatiekamers opgeslagen. Rekken vol apparaten om nucleaire of biochemische neerslag te meten, reikten tot aan het plafond. Allerlei brandweermateriaal stond klaar om zo uit te rukken. Het hart van deze vreemde wereld werd gevormd door een grote commandokamer met een zogenaamde plottafel in het midden. Op deze tafel was de gehele regio-kaart te zien, met daaromheen rennende dames om figuurtjes en autootjes met lange stokken over de tafel te schuiven. Bovenin de wand bevond zich een groot glazen raam. Daarachter zaten de commandanten en analisten die een totaaloverzicht hadden op de plottafel. Aan de zijkant van deze ruimte bevonden zich een telefoonzaal waar telefonistes aan lange telefoonkasten via het insteken van pluggen aan draden, radiocontact konden maken en commandoās konden doorgeven. Er konden in noodsituaties wel honderd mensen werkzaam zijn in deze onderaardse molsholen. Mijn vader droeg dan een grijs uniform met gouden strepen op zijn schouders.
Thuis werd ook het nodige gedaan om in tijden van calamiteiten het even uit te houden. Eind jaren vijftig werd een enorme houten kist die nog mee was gekomen uit Indiƫ, tot aan de rand gevuld met verbandmateriaal, kaarsen en houdbare levensmiddelen zoals ingedikte melk, boter, biscuits en gedroogd eiwit; alles ingeblikt. Even werd overwogen om een schuilkelder in de tuin te bouwen, maar de kelder in het huis moest al redelijke bescherming kunnen bieden.
In 1967 bezocht ik West- en Oost-Berlijn over de weg. Bij Checkpoint Charly heerste een gespannen sfeer. Toen wij als jonge jongens achter een konijn aan renden dat in de mooi geharkte zone langs de muur aan de westerse zijde sprong, schreeuwde een Wes-Berlijnse agent ons toe dat wij daar onmiddellijk moesten verdwijnen, wilden wij niet beschoten worden door Vopoās. Argwanende Vopoās (leden van de Volkspolizei in de DDR) onderzochten toen wij de grens naar Oost-Berlijn passeerden, zelfs mijn simpele Clack-camera en haalde het filmpje eruit, onnozele tijdschriften werden als smokkelwaar gezien. In diezelfde tijd wilde mijn moeder eens haar tante bezoeken die in gemeente Ratenow bij Berlijn in de Ostzone woonde. Dat werd geweigerd door haar zoon, de neef van mijn moeder die aan het eind van de oorlog als Duits kindsoldaat door de Russen gevangen was genomen en die het in de Nationale Volksarmee (NVA) van de DDR tot kolonel had geschopt en waarschijnlijk geen behoefte had aan westerse indoctrinatie van zijn moeder.
De BB verloor in de loop van de jaren zeventig door de ontspanning op het wereldtoneel zijn waarde. De Koude Oorlog was toen al over zijn hoogtepunt heen en mijn vader met pensioen. In 1989 viel de Berlijnse muur en stroomden veel DDR burgers naar het westen met de NVA-kolonel en zijn familie in hun kielzog. De kolonel bleek bij nader inzien een tijger zonder tanden te zijn.
Toen mijn broer en ik na het overlijden van mijn ouders in de jaren negentig hun garage leegmaakten, troffen we daar onder het stof de enorme kist aan die nog steeds tot aan het deksel gevuld met levensmiddelen (waarvan een deel na een kleine 40 jaar nog eetbaar was, althans dat vond mijn broer). Vandaag de dag, wanneer ik met de trein door het landschap rijd, zie ik regelmatig een boerenveld, grenzend aan een sloot waar de boer een verrijdbare brandweerpomp met dieselmotor heeft staan met een slang in het water. Ik herken in veel van deze pompen meteen een overblijfsel uit de voorraden van de toenmalige BB.