In mijn lagere schooljaren (1971 tot 1978) waren wij als kinderen niet zo veel met de Koude oorlog, en het ijzeren gordijn bezig. Bij aardrijkskunde kwam USSR af en toe aan bod en hoe slecht het daar was achter het ijzeren gordijn maar ook in de lessen van geschiedenis over de dictatuur die daar is. Bij Bijbelles Hoorde je regelmatig hoe de christenen daar onderdrukt werden. Het beangstigende je gewoon als kind. In de jaren tachtig ging ik naar het voortgezet onderwijs en had ook niet zoveel aandacht voor de koude oorlog en dacht je aan hele andere dingen. Nieuwe gadgets, de toekomst en de technologie.
In de jaren 1986/1887 verplichte diensttijd. Ik ging vervroegde dienst in. Als militair bij de Pantser infanterie kregen we les gericht op Rusland, de vijand. Als je op wacht stond had je scherpe munitie in je wapen zitten. Af en toe demonstratie voor de kazerne. Men dacht dat daar kernwapens lagen. Je kreeg les in alle wapens die voor handen lag en foto’s van Russische wapens met als doel dat je met alles kon schieten wat je in handen kreeg. Een zware training doelgericht om aanvallen te kunnen afslaan
In al deze tijd ging ik regelmatig naar de kerk waar dan ook aandacht was voor de koude oorlog. Zijdelings werd het benoemd of vaak in het bidden of in de preek van de Dominee. De koude oorlog was voor mij normaal onderdeel van het leven. We zijn nu in 2023 en het voelt als de koude oorlog terug is met het gebeuren in Oekraïne.