Ik kwam in dienst bij de Koninklijke Luchtmacht op 6 november 1956. Twee dagen daarvoor was de opstand in Hongarije begonnen en het leek er toen op, dat het Westen zou gaan meedoen. Wij lagen op een van de eerste, zeer koude, dagen al op de schietbaan met onze P14, een geweer uit de eerste wereldoorlog dat na elk schot gegrendeld moest worden, dus van een moderne bewapening was geen sprake. Er werd ons verteld, dat we een versnelde opleiding kregen.
Het ging gelukkig toch weer goed, al is het voor Hongarije niet zo goed afgelopen. Na een paar maanden militaire opleiding werd ik naar Eibergen gestuurd voor een opleiding tot radarbediener en de meeste tijd daarna heb ik deze functie uitgeoefend. Na het afzwaaien in juni 1958 dacht ik van de militaire dienst “verlost” te zijn, want radarbedieners hoefden nooit voor herhaling omdat de techniek nog al snel veranderde. In 1961, ergens in mei kreeg ik echter tot mijn verrassing toch een oproep voor het KLD (Korps Luchtwachtdienst, de meer populaire betekenis van deze afkorting zal ik maar voor me houden.) In 1963 en 1965 werd ik weer opgeroepen maar daarna hebben ze het Korps opgeheven. We hadden toen al de Starfighter die bijna 3000 km kon vliegen en die was visueel eigenlijk niet te volgen.
Een paar dagen na mijn eindexamen
Begin juli 1954 moest ik me melden in Nijmegen. Ik dacht helikopterpiloot te worden. Daarom dacht ik de Koninklijke Luchtmacht zit op mij te wachten. Niet dus. Infanterie-opleiding rond Nijmegen, schuttersputjes graven, gamellen schoonmaken na de maaltijden in de...