Ik moest in militaire dienst op 1 september 1989; 89-5 waren en zijn we. Achteraf een boeiende tijd. Twee generaties waren inmiddels opgegroeid met Koude Oorlog, IJzeren Gordijn, gewapende vrede en in zekere zin ook de dreiging van het ‘Gevaar uit het Oosten’. Mar de situatie had in zekere zin ook een stabiliteit. De wereld was bipolair en overzichtelijk. Wat dat betreft is de huidige multipolaire wereld met allerlei, ook wisselende, machtsblokken minder voorspelbaar, grilliger en ergens ook met meer risico.
In mijn diensttijd was de rol van de Sovjetleider Gorbatsjov prominent. Nieuwe wind en een situatie die alles in beweging zette. Zeker in de zogenaamde satellietstaten in het Oostblok; dat later bleek te bestaan uit talloze landen en regio’s met verschillende historie, religie en cultuur. Twee gebeurtenissen uit mijn dienstperiode blijven me dan bij. Allereerst 9 november. Wij zaten tussen twee militaire oefeningen door in de bar van de kazerne en zagen de Muur vallen. De Muur! Die we als definitief, als logisch, als onsloopbaar zagen. En toen, in korte tijd was deze weg. Voor ons al vreemd, maar wat denk je voor de vele beroepsmilitairen. Zij hadden in een opleiding aan de KMA of waar dan ook alles geleerd over het gevaar uit het Oosten. En toen bleek dat gevaar mee te vallen en de Muur snel om te vallen.
In maart, enkele maanden later, ging ik met vrienden uit mijn studententijd naar Leningrad. De stad die door de ontwikkelingen razendsnel veranderde. Iedere week waren er politieke gebeurtenissen aldaar en, lastig voor ons reizigers, iedere week werden straten en pleinen veranderd qua naam. Arme toeristen. Het boeiende was dat we de reis naar het communistische Leningrad geboekt hadden, aldaar in een ontluikende stad vertoefden gedurende een mooie en relaxte week, en een jaar later terugkeken op onze reis naar Sint-Petersburg. De oude naam was terug. De Hermitage heeft al deze fases overleefd. Teruggekomen op de kazerne had ik wat Leningradse parafernalia meegenomen: een beeldje van Lenin, een horloge met sterren en hamer & sikkel en posters uit de bijna voorbije Sovjettijd. Mijn collega-beroepsmilitairen waren in verwarring. Wat ik zag als vakantiesnuisterijen, zagen zij als ‘iets van de vijand’. Dertig-veertig jaar denken bleek voor hen ineens geschiedenis. Voor zich zagen ze de lessen over de vijand, de lessen over de KGB en de eindeloze oefeningen op Duitse laagvlakte.
In het najaar van 1990 eindigde mijn diensttijd. Postuum bleek deze periode een scharnierpunt. Zeker voor mezelf van student naar eerste baan, maar meer nog voor Europa, de wereld en heel veel mensen. De jaren daarna voor ING Bank deed ik zaken met landen in het voormalig Oostblok. Er waren geen muren meer.