Dat we deelnamen aan de grootste Navo-oefening ooit hadden we niet door. Lang duurt het wel. Drie weken. Mortieristen waren we. Nou ja, ik was de boordschutter. Bewaakte en bediende de punt 50 mitrailleur. Er waren er met heimwee. Er was veel chagrijn. Bij voorbeeld over de sergeant die de eerste dag met de kaart ondersteboven rondreed waardoor we de troepenbewegingen misten en daardoor de veldkeuken. Vervolgens moesten we een paar nachten zonder slaap door rijden richting godbeterhet, de Tsjechische grens. Amerikanen deden er mee, Engelsen, Canadezen en zelfs AustraliĆ«rs met grote hoeden op. Er was een helikopter met een Amerikaanse generaal die naast ons bivak landde en heel lang bedenkelijk naar onze lange haren keek. We poften restaardappels van de gerooide velden en maĆÆskolven. We ‘vonden’ hier en daar nog appels en peren in die late herfst. Soms reden we met onze gecamoufleerde voertuigen en helmen dwars door piepkleine dorpen, waar mensen langs de kant van de weg kwamen kijken en naar ons zwaaiden alsof we bevrijders waren. Soms was er een kroeg, zomaar in het niemandsland… Er was zand, stof en modder en ik geloofde pas echt dat we in de buurt van de Tsjechische grens waren toen ’s nachts de bladeren en struiken rond onze bivak wel erg druk bewogen en ritselden en onder de maanloze sterrenhemel wolvengehuil opsteeg…..
Noveletta 2 Vaderlandsliefde
Met een knal komt de hoestende dieselmotor van de YP tot stilstand. Ontwakend uit een diepe staande slaap, kijk ik omhoog naar de inktzwarte bewolkte hemel van een maanloze nacht.Boven mij komt een muffe lucht uit het ruisende bladerdek van in de wind wiegende bomen. Geen maan, geen sterren, maar nel voorbij drijvende wolkenpartijen. Achter mij, onder in de YP hoor ik het gerommel van ontwakende soldaten die slaperig, hun uzi’s omgorden en uit het voertuig klimmen. Naast mij klimt ook de KVV-korporaal-chauffeur omhoog uit zijn chauffeurstoel en springt, vloekend en scheldend op zijn boordschutter, op de grond. Het was mij weer eens gelukt om staand achter mijn punt 50 mitrailleur, in slaap te vallen. Terwijl de opdracht is, op te letten en de chauffeur helpen wakker te blijven.
Verkwikt kom ik omhoog uit het boordschuttersgat en grijp in het donker beneden mij, naar mijn uzi maar voel mijn gitaar. Daar heb ik nu meer zin in. Met mijn gitaar ga ik op het camouflagenet van de nog warme motorkap zitten en pruts wat aan de snaren. De militaire voertuigen in de kolonne staan scheef, half op de weg, half in een greppel of droge sloot. Eenmaal gewend aan het duister zie ik voor en achter mij een lange rij voertuigen staan met daar tussenin de silhouetten van rokende soldaten. De uiteinden van de sigaretten lichten op in het donker. In mijn geheugen gaat het muziek-luikje open en ik begin te spelen. ‘Testament’ ( Boudewijn de GRoot/ Lennaert Nijgh): Na 21 jaren in het leven maak ik het testament op van mijn jeugd. Niet dat ik geld of goed heb weg te geven, voor slimme jongen heb ik nooit gedeugd…..’ Om mij heen stopt het geroezemoes en na de laatste zangtoon klinkt besmuikt applaus dat snel stopt als vanuit de duisternis een aantal sterren op mij af komen lopen.Ā De luitenant, sergeant-majoor, pelotonscommandant….daar zal je het hebben……
Ik glij van de motorkap af en leun tegen de YP met de gitaar in mijn hand in plaats van de uzi en ‘vergeet te alueren’. Als de luitenant vlak voor me staat kijkt hij me lang en indringend aan voordat hij zegt: “Frans, dit is voor het eerst in je hele militaire diensttijd dat je iets goeds hebt gedaan.”
“Alles voor God, Koningin en Vaderland, Luit,”mompel ik.