De Koude Oorlog, ik heb er eigenlijk maar een paar jaren bewust van meegemaakt. De makkelijke jaren zogezegd. Die van toenemende ONTspanning met als hoogtepunt de vereniging van West met Oost of Oost met West…
Geboren in 1969 en dus midden in de Koude Oorlog was ik nog een heel aantal jaren veel te jong om er iets van mee te krijgen of iets van te begrijpen. Het hele systeem van Bescherming Bevolking (BB) lijkt aan onze families voorbij gegaan. De enige anekdote betreft het verhaal van een oom die oudere broers had en zelf zodoende niet in dienst hoefde. Hij werd wel opgeroepen voor de BB. Maar omdat hij dezelfde voorletters als zijn vader (mijn opa) had hebben ze dit afgedaan als āde verkeerdeā is opgeroepen want mijn opa had zijn duit al in het zakje gedaan in de (oorlogs) jaren ervoorā¦
En daar gaat mijn verhaal ook helemaal niet over, over de diensten en de mensen bij die diensten werkten, met werkzaamheden allemaal in het teken van de Koude Oorlog. Mijn verhaal gaat over een vriendschap met een leeftijdgenote, achter het ijzeren gordijn: Sylke. Wij zaten in onze puber jaren, ik denk dat we voor het eerst contact kregen toen we een jaar of 15 waren. Vanuit de gereformeerde kerk waar ik met mijn ouders lid was, was er contact met een gemeente in de DDR; KƶnigsbrĆ¼ck. Ik zat op de MAVO en had Duits op school, dus een leuke manier om de taal in praktijk te brengen.
Er zou weer een delegatie afreizen naar KƶnigsbrĆ¼ck en het idee was ontstaan om ook een aantal jongeren mee te laten reizen en ze in contact te brengen met jongeren van daar. En zo geschiedde. De voorbereiding alleen al was een gedoe eigenlijk. Want er moest visa aangevraagd worden en dat is altijd nogal een papierwinkel. In die aanvraag waarbij je je reden vermeldt waarom je naar de DDR wilde reizen moest ook een reisplan zitten want zo maar de grens over en dan maar zien, dat was er niet bij. We zouden op een camping verblijven dus bij het inpakken van de spullen ook alle kampeergerei mee.
En toen het moment van vertrek daar was, was ik enorm zenuwachtig, want nu zou ik dĆ³Ć³r dat ijzeren gordijn gaan. De volwassenen in de delegatie waren al eerder geweest, want de contacten waren tenslotte al gelegd en zij hebben natuurlijk hun ervaringen gedeeld zodat we wel enigszins wisten wat we konden verwachten. Maar desondanks voelde het alsof ik naar een ander universum zou gaan. Door een poort waarvan je niet weet wat er achter zitā¦
De visa waren goedgekeurd en daarmee was ons verblijf dus van dag tot dag bepaald. Je meldt je ook met regelmaat bij de politie. En ik dacht er achteraan, en indien niet, wat dan, komen ze je dan zoeken? Ja dus! Daar stonden straffen op. Ik vond het een vreemde kwestie maar goed, het was dan ook een heel andere wereld met andere regels. En dus vanuit de gedachte van controle en dat je toch niet ondertussen iets anders ging doen was deze meldplicht.
We reden Duitsland door en naderden de grensovergang van West-Duitsland. Dat was er een zoals iedereen dat wel kende: grensgebouwen, een slagboom, douane beambten die de langzaam rijdende autoās gewoon doorzwaaien zogezegd. Soms werd er een auto uitgepikt maar veel vaker niet dan wel. En daar gingen we. Dit was het niemandsland. Ietwat heuvelachtige natuur met her en der wachtposten met grenswachters met geweer. En vooral heel veel en hoog prikkeldraad.Ā
En daar kwamen we bij de grenspost naar Oost-Duitsland aan. Als bij een tolweg enorm veel doorgangen en daar stond een heel plein vol met autoās te wachten op controle om de DDR in te mogen. En ook al waren er veel doorgangen, soms was er maar 1 of 2 open en dat de rij heel lang was, tja, jammer danā¦
Eenmaal aan de beurt was vooral opvallend dat de grenswachters geweren hadden. Dat kenden we in het westen toch niet. Iedereen moest uit de auto, alles ging open en werd geĆÆnspecteerd. Er liepen speurhonden, er werd ook met een spiegel onder de auto gekeken. En als je pech had dan moesten ook alle tassen open en gingen ze alles uitpluizen. Maar we hadden geluk, dat gebeurde niet. De papieren werden gecontroleerd en zo werden we toegelaten tot de DDR.
De sfeer was acuut anders. Ook al bestond de omgeving nog uit snelweg en natuur. Ik voelde een druk en een fletsheid die ik niet eerder ervaren had. Eenmaal op de camping werd dat gevoel sterker. Alles zag er wat verloren, kaal en erg sober uit.Ā Het was al avond dus we hebben de tent opgezet, wat gegeten en zijn gaan slapen.
De volgende dag als eerste werk naar āDie Polizeiā om te melden dat we aangekomen waren op de afgesproken bestemming. Dat was in Dresden, dus dat was ook meteen een interessante tocht om een grote stad in de DDR te zien.Ā De aanblik was werkelijk desolaat. Ondanks de mensen die er natuurlijk echt wel liepen. Maar de grijsheidā¦ Het leek wel een druilerige dag ondanks dat de zon scheen. En de Frauenkirche die als herinnering nog in puin maar met plukken groen van gras en kleine planten overwoekerd was.
En wat hadden we bekijks. Ik was dus puber een eentje van het soort die zeker NIET in de picture wilde staan. Dus ik droeg een spijkerbroek, gymschoenen en een sweater. Echt niet opvallend, maar daar dus wel. Mensen draaiden echt om op straat. Later kreeg ik de gelegenheid om dit bij Sylke op te helderen.
Daarna volgde de kennismaking met de mensen van de kerkgemeenschap in KƶnigsbrĆ¼ck en werd ik aan Sylke voorgesteld. Ik had nog een jaar (of 2?) Duits op school gehad dus een beetje kon ik me redden in het Duits waar zij zwaar van onder de indruk waren.Ā
We hadden een leuke tijd, we hebben gewandeld in de SƤchsische Schweiz, een prachtig natuurgebied op de grens met TsjechiĆ«. IJsje eten in Dresden en thuis bij de mensen zijn. Maar bij alles wat we deden was er een constante aanwezigheid. Dat was niet alleen de aanwezigheid van de Russen. Hoewel ik dat enorm spannend vond. Tegenover het huis van Sylke en haar familie stond namelijk een gebouw waar Russen woonden. Ik voelde me de hele tijd bespied. Sylke en haar familie echter waren heel erg ontspannen. āOh, die Russen, nee die doen niks hoorā.
Later begreep ik dat āde angstā of āde aanwezigheid van ietsā veel meer voortkwam uit de onderlinge verhoudingen van mensen. Als je namelijk āniet-communistische gedachten had, of te veel westerse ideeĆ«n” dan kon verraad uit onverwachte hoek komen. Mensen die je tot je vrienden rekenen konden dit doorgeven en soms kwam je daar achter maar meestal wist je dat niet en zo moest je dus altijd op je tellen letten op wat je dacht, wat je zei en tegen wieā¦
En er ontstond een vriendschap tussen Sylke en mij. Want wij gingen natuurlijk weer huiswaarts en Sylke en ik schreven elkaar brieven. Jahaaa, penvriendschap. Echt iets van de jaren 80 (en ervoor denk ik). Want in dit digitale tijdperk waarin je elkaar kan bellen/mailen/chatten is ābrief schrijvenā vergane glorie.
En diverse reizen naar de DDR volgden. We namen kleding mee want westerse kleding was het helemaal daar. Dat was dus ook de reden dat mensen zo naar ons keken steeds. Ook al hadden we allebei een spijkerbroek aan, het verschil tussen Ć©Ć©n uit het Oosten of Ć©Ć©n uit het Westen was enorm.
Wat me ook is bijgebleven is het eten. Er was eten maar vooral beperkt in soort. Dus bijvoorbeeld bakkers die zelf een assortiment bedenken en verkopen, dat was ondenkbaar in de DDR. Vaste recepturen en dat werd gebakken voor iedereen. Overigens dat echte Duitse brood. Best lekker en eetbaar als het kraakvers is, maar een dag later kun je er een ruit mee ingooienā¦
En zo kregen we een koningsmaal op onze laatste avond samen. En ik vond het zo erg, want in mijn ogen en mijn westerse ervaring was het eten helemaal niet lekker. Vooral het vlees met veel vetranden en peesjes erin was voor mij een uitdaging om weg te krijgen. En ik wist hoeveel moeite ze gedaan hadden om Ć¼berhaupt vlees te kunnen serveren en voor Oost-Duitse begrippen van de beste kwaliteit. En dan voel je je heel erg bevoorrecht dat jij in een hele andere wereld opgroeit. En zo ben ik Sylke trouw gebleven om haar, waar ik kon, ook wat luxe en keuze mee te geven waar zij op haar beurt enorm dankbaar voor was.
En het werd 1989. Het jaar dat de Berlijnse muur viel. Zij was 19 en ik 20 en we waren druk met studeren en het opbouwen van ons eigen leven en eigen relaties. En het schrijven van brieven werd minder en minder. Toen het na een jaartje mogelijk was voor āde oostblokkers van de DDRā vrij te reizen, kwam Silke in haar Trabant naar Nederland gereden. Dat was fantastisch natuurlijk. Ik heb dat moment gek genoeg wel in een afstand meegemaakt. Zij ging op bezoek bij mijn ouders en mijn ouderlijk huis, maar ik zat al op kamers. Dus ik heb haar zeker ontmoet, maar ik was ook onderweg naar zelfstandigheid zogezegd.
De digitalisering was pas net ingezet en in de jaren die volgden was het enige contact nog met een verjaardag en kerst. Een kaart, een traditioneel kerstbroodā¦ Zelf zat ik denk ik wat losser in het contact omdat āhet probleemā , namelijk in-een-communistisch-land-wonen-en-verstoken-zijn-van-westerse-zaken opgelost was. Zij hadden nu ook de beschikking over āallesā.Ā
Weer later met de komst van computer, mail, mobiele telefoon is het contact verder hersteld. Zo nu en dan sturen we een appje en heel af en toe bezoeken we elkaar. Wij bezochten haar een paar jaar geleden met ons toen nog jonge gezin in Dresden. De aanblik van een fris en bruisend Dresden met een prachtig herstelde Frauenkirche deed me de tranen in de ogen springen.
En Silke was recent in Rotterdam. En dan blijft het toch heel bijzonder hoe het tekenend is voor je leven, waar je opgroeit, wie je familie is, welke mensen er om jou heen zijn en hoe het jou vormt en hoe jij in het leven staat. Waar Silke opgegroeid is achter het ijzeren gordijn, Russisch op school kreeg (en geen Engels of Frans) en de geschiedenis leerde, bezien door communistische ogen had zij bijvoorbeeld geen weet van de bombardementen op Rotterdam. Ze vroeg zich af wat de lampjes in de straten van Rotterdam waren en ging op zoek naar het verhaal erachterā¦
En zo worden werelden waar altijd verschillen zullen zijn toch verenigd!