Namens de burgemeester van Vlaardingen kreeg ik in februari 1960 bericht dat ik voor dienstplicht was ingeschreven, en op 29 april 1960 was de keuring in Rotterdam, de uitspraak was ‘geschikt’… getekend door majoor J. Nix. Mijn nummer was 42.04.28.016 en ik vond het best, maar ook vreemd want ik was op m’n 17e betrokken geweest bij een ernstig bedrijfsongeval waarbij o.a. de rechter elleboog was verbrijzeld, waardoor m’n arm niet meer volledig functioneerde, en toch goed gekeurd!
Nadat ik officieel was opgeroepen, meldde ik me op 10 augustus 1961 aan de Generaal de Bons Kazerne te Grave voor de ‘zandhazen’ opleiding. De eerste dag was het verzamelen van de persoonlijke uitrusting, inclusief een Karabijn en een strozak, het moet niet te comfortabel zijn toch? We klaagden niet.
Twee dagen oefenen, want discipline moest er worden ingestampt en de derde dag, 13 augustus 1961, gingen we voor een veldoefening ‘de hei’ op. Na een paar uur werden alle manschappen bijeengeroepen, een Kolonel sprak ons enigszins paniekerig toe want er was oorlogsdreiging! In Berlijn werd een muur gebouwd om het Oosten van het Westen te scheiden. We moesten er rekening mee houden dat we verplaatst zouden worden naar het noorden van West Duitsland voor verdediging van… ja van wat, en tegen ‘de Russen’…
Van verlof was natuurlijk geen sprake, eerst een goede soldaat worden. Er was vaak NATO alarm, ook ’s nachts en dan moesten we in volle bepakking in een legertruck om verplaatst te worden, maar na een paar uur werden we weer teruggebracht.
Na twee maanden werd ik overgeplaatst naar Ede voor 6 maanden opleiding radiotelegrafist, waardoor de totale diensttijd werd opgerekt tot 21 maanden (uiteraard onbetaald want ik kreeg 1 gulden zakgeld per dag en daar moet je tegenwoordig ‘ns mee komen als 20 jarige….) Het was geen slechte tijd, en je leerde toch weer iets nieuws. In die tijd was ik supporter van Fortuna Vlaardingen, die speelde in de eerste divisie A en werd in 1962 kampioen, maar ik wilde naar een wedstrijd op zondag terwijl ik geen verlof had. De volgende dag werd ik bij de commandant geroepen en kreeg 5 dagen ‘verzwaard’ wegens ongeoorloofd afwezig van appèl. Ik moest wel de opleiding blijven volgen maar ’s avonds ging ik in de cel, dat was in de week voor Kerst en op 1e Kerstdag mocht ik naar huis voor 2 dagen verlof.
Na de opleiding werd ik overgeplaatst naar de parate troepen in de W.G.F. Kazerne te Harderwijk waar het echte werk begon bij de Verbindingsdienst, het 41e Verbindingsbataljon. Ik zat bij een ‘hoogvermogen’ zender die geplaatst was op een Dikke DAF, en kon contact houden over de hele wereld, dus ook met Nieuw Guinea waar inmiddels duizenden Nederlandse soldaten zaten om tegen de invasie van Indonesië te vechten, er vielen helaas ook doden.
Tijdens een meerdaagse oefening in Limburg, waarbij verschillende compagnies betrokken waren, werd ik met m’n zender op een heuvel gestationeerd (flink gecamoufleerd) om de radio verbindingen tussen de verschillen troepen te verzorgen. Ik was alleen en maakte me geen zorgen, ach ik had wel vaker 24 uur dienst gehad… ’s Avonds werd de deur opengetrokken, er kwam een officier binnen die vroeg ‘hoe het ging’, achter hem stonden nog een paar militairen met veel sterren op hun schouder epauletten. Ze keken verbaasd naar binnen waar ze mij achter de indrukwekkende zendinstallatie zagen zitten, een van hen vroeg waarom ik als soldaat alleen dit verantwoordelijk werk deed, waar was de sergeant of luitenant? Ik kon er geen antwoord op geven en de heren vertrokken, daar was het laatste woord nog niet over gesproken! De volgende dag kreeg ik honger, logisch natuurlijk want ik had al bijna 20 uur niet gegeten maar waar bleef de verzorging? Nou, die kwam niet en ’s middags besloot ik te gaan zoeken want de B-compagnie was kilometers verder gelegerd. Eindelijk na een half uur door het bos lopen kwam ik bij een veldkeuken en vroeg om eten, maar dat weigerde de kok want dit was de A-compagnie en daar hoorde ik niet, dus loop maar verder… Gelukkig hoorde een sergeant-majoor mijn verhaal en zorgde er toch voor dat ik met een rantsoen terug kon. De volgende dag werd de Dikke DAF opgehaald en kon ik terug naar de kazerne.
Het seinen met de seinsleutel lijkt simpel, maar urenlang dezelfde beweging maken bleek een aanslag op m’n elleboog en ik ben naar de arts gegaan die mij doorstuurde naar het militair hospitaal Oog in Al te Utrecht. De specialist die mij onderzocht kon zich niet voorstellen dat ik was goedgekeurd en stelde voor mijn elleboog opnieuw te opereren, maar ook daarna zou hij mij afkeuren dus ik besloot het niet te laten doen, en werd per 6 juli ontslagen wegens ‘gebreken’.
Ik was 11 maanden in militaire dienst geweest, van ‘geschikt tot gebreken’… hoe vreemd kan het zijn?