Onze buurvrouw, een nuchtere zakenvrouw, kwam totaal overstuur ons huis binnen stormen: “De Russen komen, de Russen komen!!”. De Cuba-oorlog stond op scherp.
Mijn vader was blokhoofd van de BB (commandanten bestonden alleen maar op papier) en wij aten eens per jaar gortdroge koekjes en blikken soep op, oefenden onder de tafel en onder de keldertrap. Dat deden we gierend van het lachen, want het ging altijd mis. Mijn moeder vond het allemaal flauwekul: atoombommen kruipen ook onder de tafel en vertelde verhalen over de Slag bij Arnhem, de evacuatie en de boeren in Gelderland, waar ze gedurende de Hongerwinter bleven en het platgebombardeerde Arnhem. Ik ben van 1946 en kreeg een flinke erfenis mee.
Op de MMS hadden wij een uitwisselingsprogramma met jongeren uit de DDR. Wij schreven elkaar brieven, maar zijn brieven waren onleesbaar: alles zwart gemaakt door de geheime dienst.
Er waren in Arnhem en omgeving geen vrouwelijke blokhoofden!
De verantwoordelijke ambtenaren van de overheden liepen allemaal in witte regenjassen. Zij controleerden de boel, maar van te voren werden we gewaarschuwd door mannen uit de buurt op de fiets.
Ik herinner me geen enkel serieus verhaal over de BB. Vooral de keukentafel was daar de oorzaak van en verder hadden we wel iets anders aan de kop, want de Russen vielen Hongarije binnen en wij konden ze ook verwachten. Wat kan een brave BB-burger daar tegen doen in vredesnaam.