In de jaren ’80 waren er verschillende vredesdemonstraties. Aan verschillende daarvan heb ik meegedaan. Die van Stop de Neutronenbom werden georganiseerd door de CPN en, naar ik later leerde, geïnitieerd door Moskou. De demonstraties vanuit het IKV waren meer wat mij aansprak. Ik ontwikkelde een kritische houding jegens de NAVO.
Veel van mijn leeftijdgenoten lieten zich registreren as dienstweigeraar. Afgaande op hoe zij daarover spraken, zagen zij het vooral als een makkelijke oplossing. Ik heb er toen ook over nagedacht. Ik had mij al voor de ROAG officiersopleiding opgegeven en had de keuring daarvoor gedaan, maar evenzogoed bleef ik wel nadenken over de vraag, of ik het zou moeten doen.
Uiteindelijk ben ik (lichting 86/6) opgekomen en kreeg ik mijn training in een kazerne in Appingedam. Wat mij daar meteen opviel was een richtingaanwijzer, vergelijkbaar met wat de ANWB soms plaatste, met pijlen met afstand naar Den Haag en Amsterdam, en een pijl naar het oosten met daarop “Iwan, 300 km”.
Tijdens een van onze lessen vertelde een majoor over de Warschauwpact troepen die verderop lagen en de samenstelling van die troepen. We leerden dat troepen die bedoeld zijn voor een aanval een andere configuratie hadden dan troepen die defensief zijn bedoeld.
Toen na de val van de muur meer bekend werd, werd duidelijk dat die troepen inderdaad klaar waren voor een aanval. Dit werd tijdens vredesdemonstraties weggehoond als “NAVO propaganda”, maar het bleek later dat het ook echt zo was.
Voor mij en mijn lichtinggenoten was dit wat onwerkelijk. We leerden schutterputjes graven en te reageren op een nucleaire aanval met de uitroep “flits, flits, flits”. Het was allemaal wat onwerkelijk.