In 1967-1968 zat ik in het Harde voor bewaking van een Amerikaans/Nederlands object waar Nucleaire munitie lag. Het object werd aan de binnenkant bewaakt door Amerikaanse soldaten en aan de buitenkant de Nederlandse soldaten. Tevens moesten de ‘jongens’ van Van Heutsz de “Honest Johns” [hier konden Nucleaire ‘producten’ mee worden afgeschoten] van de 19e Artillerie, bewaken en begeleiden tijdens oefeningen e.d..
Ook zijn we eens (onverwacht) opgeroepen en zijn we in Ć©Ć©n ruk gebracht naar Duitsland. Het was groot alarm, dus de hoogste paraatheid. Ook de 19e Artillerie, welke de Honest Johns onder hun ‘bezit’ hadden, werden ook na Duitsland gestuurd. Het was GROOT alarm (dus de HĆ³Ć³gste Paraatheid). We hebben daar ongeveer twaalf uur gelegen, toen zijn we teruggetrokken, en moesten we onze munitie inleveren en werden we weer afgevoerd. En keerden we terug naar ’t Harde. Later bleek dat we zo’n paar km. voor het IJzeren Gordijn hebben gelegen.
We moesten een schriftelijk belofte afgeven dat we hier nĆ³Ć³it over mochten praten. Wat er precies is gebeurd en waarom wij daar naar heen moesten is niet bekend. Ik heb geprobeerd om Ć©Ć©n en ander uit ze zoeken, maar het is me niet gelukt.