De Vecht en de Vechtplassen tussen Weesp en Utrecht vormden de ruggengraat van een groot deel van de linie. Het gebied ten oosten van de Vecht kon onder water worden gezet omdat de rivier hoger lag dan het land. Zo konden de Nederlandse legers in de 17e eeuw grote stukken land onder water zetten en darmee de vijand tegenhouden. Het gebied dat onder water stond, was niet diep genoeg om in te varen maar wel te diep om doorheen te waden met geschut. Bovendien werden wegen en sloten zo onzichtbaar waardoor het betreden van het gebied gevaarlijk was. De waterplas was daarnaast te breed om over heen te schieten.
Vandaag de dag zijn de rivier en de plassen populair om in te zwemmen, op te varen of langs te wandelen én fietsen. Ontdek de waterlinie op de fiets en kom meer te weten over de bijzondere geschiedenis ervan.