Tijdens de Koude Oorlog, rond 1965, werd op het terrein van de speeltuin een bunker gebouwd als onderdeel van de Bedrijfs Zelfbescherming (BZB) van de Zeeuwse Gasmaatschappij (ZEGAM). De ZEGAM, gevestigd aan de Paardenstraat, zag zich genoodzaakt deze bunker te construeren om haar personeel te beschermen. Als een cruciaal onderdeel van de vitale infrastructuur, vergelijkbaar met instanties als de PZEM en Rijkswaterstaat, was het noodzakelijk dat de ZEGAM voorzorgsmaatregelen nam om haar werknemers te beschermen.
De bunker diende als een operationele hub van waaruit de ZEGAM in tijden van oorlog of crisis het lokale gasnet kon repareren en beheren. Naast de bunker bevonden zich garages met voertuigen en reparatiemateriaal, wat de continuïteit van de dienstverlening waarborgde. Deze strategische locatie en faciliteiten waren van vitaal belang om ervoor te zorgen dat de ZEGAM haar taken kon blijven uitvoeren, zelfs onder de meest uitdagende omstandigheden.