Als mij als kind gevraagd werd wat ik later wilde gaan doen? Dan zei ik dat ik in het leger wilde. Ik keek als kind naar de serie MASH, de avonturen en de kameraadschap maar ook de humor onderling om het allemaal draagbaar te maken, vond ik prachtig. Op de radio zong ‘Doris’ “Zorrug dat je d’r bij komt, bij de Marine”, The Village People zongen “In the Navy” Het sprak mij erg aan.
Toen ik in november 1979 een advertentie voor KVV’er bij de Marine zag staan in de Haagsche Courant heb ik ook gelijk gereageerd. Ik werd uitgenodigd voor een gesprek en ik mocht naar de keuring. Dit was op Hollandsche Rading. Hier zag ik allemaal mensen in uniform en er hingen veel grote foto’s van mooie schepen en verre oorden. Het zag er indrukwekkend uit! Ook hingen er foto’s van het Korps Mariniers, dat moest wel helemaal het einde zijn!
De keuring zou vier dagen duren, mits je niet eerder naar huis werd gestuurd. Veel jonge mannen wilde Marinier worden. Mij leek het wel wat om bij de Wapentechnische Dienst te komen of op een schip als Ziekenverpleger. Doordat ik geen technische opleiding had en geen biologie in mijn pakket vielen deze onderdelen af. Maar er waren genoeg andere onderdelen. Van de jonge mannen die werden gekeurd als Marinier werden de meesten als snel afgewezen. Dan werd er omgeroepen ‘Met jas en tas melden bij de portier’.
We werden binnenstebuiten gekeerd en kregen heel veel vragen en testen. Ik vond het allemaal wel spannend! Na de eerste dag waren er al veel mensen afgewezen. ‘s Avonds sliepen we op een slaapzaal en daar begonnen de kussengevechten. De volgende dag weer verder keuren, steeds vaker hoorden we ‘Met jas en tas melden bij de portier’ Na drie dagen keuren waren er al een heel stuk minder mensen en waren bijna geen toekomstige mariniers meer. Ik mocht tot het einde blijven en werd uitgenodigd voor een gesprek. Hier werd me verteld dat ik was aangenomen en er waren voor mij drie opties: ‘Matroos Logistieke Dienst’, ‘Marine Duiker’ of ‘Marinier’. ‘Maar’ zeiden ze grappig, ‘dan moet wel je haar er af’, het hing op mijn schouders.
Ik was even helemaal ontgoocheld, ík kon Marinier worden, wow! De stoere beelden van de propagandafoto’s flitsten door me heen, mij werd deze kans geboden om dat allemaal mee te gaan maken. Ja dat wilde ik wel! Op 3 maart 1980 moest ik me melden op de Van Ghent Kazerne in Rotterdam. Ik was 17 jaar en vond het allemaal heel spannend! Al heel snel had ik mijn plekje gevonden. Wat voelde dit goed. Allemaal gelijkgezinden jonge mannen, hele duidelijke regels en alles was groen!
We kregen al snel onze kleding, wat was ik trots op mijn groene trui met Korps Mariniers op de schouder en mijn blauwe baret met het glimmende anker. We begonnen met de eerste militaire basis vorming in de Van Ghent Kazerne in Rotterdam, met de hindernisbaan en het exercitieterrein, de amfibische training bij de Joost Dourlein Kazerne op Texel en onze verdere opleiding vond plaats op de Van Braam Houckgheest in Doorn met de klimtoren, de sportschool en het openlucht zwembad. Het was een hele mooie tijd! Precies zoals ik het me had voorgesteld, het was zeker zwaar maar we hielpen elkaar er doorheen. Echte kameraadschap met het afzien, de geintjes en elkaar steunen. Na vijf maanden waren we klaar om mee te dienen in het Korps.
Van 1980 tot 1984 heb ik gediend bij het Korps Mariniers. In deze periode heb ik veel van de wereld gezien en veel meegemaakt. Klimmen in België, bergtraining in Engeland en Schotland, koudweertraining in Noorwegen. Oefeningen in Duitsland en Denemarken. En op een ander moment weer aan de andere kant van de wereld op Curaçao, oefeningen o.a. op Aruba, Puerto Rico, Amerika, te veel om op te noemen. Ik ben heel blij dat ik dit allemaal mee heb mogen maken! Ik heb veel vrienden gemaakt waar ik nu in 2023 nog steeds contact mee heb.
Toen ik al een tijdje in dienst zat ontving ik een brief van het Ministerie van Defensie dat ik was uitgeloot voor militaire dienst. Gelukkig had ik eerder al deze keuze gemaakt, ik had het voor geen goud willen missen!