Het was 1981, ik was 14 en realiseerde me voor het eerst dat anderen over mijn toekomst beslisten. ‘De geschiedenis leert dat ieder wapen dat ooit gemaakt is, ook is gebruikt’ maakte me bang en boos. Wie zijn die mensen, die voor mij willen bepalen dat ik geen onbezorgde toekomst mag hebben? Of erger, dat ik dood moet door een neutronenbom? Het voetbal werd afgezegd en dat werd me niet in dank afgenomen, maar ik demonstreerde op 21 november met overtuiging tegen kernwapens.
Wat zich ook ontwikkelde, was het wantrouwen tegen de aanname dat het gevaar uitsluitend uit de Sovjet Unie kwam. Niet dat ik overtuigd was van het tegendeel, maar waren die Amerikanen dan te vertrouwen? Hadden beide kanten niet gewoon kinderen die ze veilig wilden laten opgroeien? Zat de oplossing niet in toenadering in plaats van haat en dreiging?
Niet alle overtuigingen van toen hebben stand gehouden. Maar de basishouding, verdiep je in de ander en zoek naar de overeenkomsten en niet naar de verschillen, is overeind gebleven.